Behoudens het bepaalde in de artikelen 52 tot en met 57 wordt vrijstelling verleend voor goederen die worden ingevoerd door overheids- of andere instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter, welke door de bevoegde autoriteiten zijn erkend, teneinde:
a) hetzij gratis te worden verstrekt aan slachtoffers van rampen waardoor het grondgebied van een of meer lidstaten werd getroffen;
b) hetzij gratis ter beschikking te worden gesteld van de slachtoffers van dergelijke rampen, doch eigendom van de betrokken instellingen blijven.
De vrijstelling geldt onder dezelfde voorwaarde tevens voor goederen die door hulpeenheden worden ingevoerd om voor de duur van hun bijstand in hun behoeften te voorzien.